Ik wist niet wat ik daar ging doen, maar ik wist dat ik erheen moest.
Hij opende de deur en nog voordat de eerste woordenwisseling plaatsvond, begon het toneelspel. Er is niet veel voor nodig om terug gezogen te worden in het krachtenspel waar ik nooit voor had gekozen.
Toch zit ik erin. Toen. En nu weer.
Met één simpele oogwenk
Hoe sterk ik nu ook ben, eenmaal oog in oog met de persoon die mijn onschuld nam toen ik nog een minimens was…
Met één simpele oogwenk ben ik weer net zo machteloos als toen.
Ik noem dissociëren een klein beetje doodgaan terwijl ik nog leef. En ook nu onttrekt mijn geest zich zorgvuldig van mijn lijf. Het is hard werken niet volledig te verdwijnen.
Ik word misselijk, duizelig, klein, kleiner, nog kleiner.
Bijna ben ik weg.
Bijna.
Maar niet vandaag!
De stille getuige die er nooit was
Want nu heb ik mijn man aan mijn zijde, op een positie wat hem meer kostte dan ik ooit zal weten… de stille getuige die er nooit was.
Mijn man laat mij zelf mijn plaats innemen.
In mijn tempo,
met mijn woorden,
met mijn worstelingen,
en mijn kracht.
En hij?
Hij bekijkt me. Ik herken de blikken.
Hij doet of hij me niet hoort. De verdomde trucjes.
Hij doet of hij me niet begrijpt. Een herkenbaar spel.
Ik hoor wat hij zegt, met alles wat hij niet vertelt.
Het is de hoogste tijd mijn eigen spelregels te bepalen.
Nu bekijk ik hem. Ik zie een oude man, nog altijd vol van zichzelf. Vals en omhult in zorgvuldig verpakte agressie. Besmeurd.
Wat moet ik ooit bang geweest zijn. Weinig herinner ik me, maar in iedere cel is alles nog voelbaar.
De dader in hem is nog te groot
Het zijn maar drie kwartier van mijn leven, wel drie levens veranderende. Voorbij angst, voorbij twijfel, voorbij dissociëren.
Vanuit liefde voor mezelf, neem ik eindelijk terug wat van mij is: Mijn plaats! Mijn bestaansrecht! Mijn leven!
Waardoor het niet meer uitmaakt dat hij mij niks kan geven. Al had hij het gewild, voor hem is het onmogelijk mij te erkennen. De dader in hem is nog te groot. Het slachtoffer in hem… nog groter.
Even hebben we stilzwijgend oogcontact, waarin hij meer zegt dan in het geblaat wat normaliter uit hem komt. Waarin ook ik meer zeg dan in al die jaren leven met een gesmoorde schreeuw.
Terwijl ik in zijn ogen kijk – die schrikbarend veel op de mijne lijken – stap ik na veel te veel verloren jaren, eindelijk van zijn toneel.
In diepe pijn vond ik liefde
En dan… na een paar uur, kom ik terug in mijn lichaam. Om uiteindelijk bij diep verdriet uit te komen.
Verdriet wat lang verstopt zat maar wél met alles meedeed.
Verdriet van een minimens, waardoor taal lang niet toereikend was.
Verdriet wat zo lang lag te wachten, dat het me hartelijk verwelkomd nu ik erin kom.
En precies daar… in de diepte van mijn pijn, vind ik liefde. Voor mezelf. En voor hem.
Wat zou ik graag met hem verbinden.
En de pijn die door onze familie reist helen.
Samen getuigen in gedeeld leed.
Maar ik weet, dat mijn daadkracht én mijn liefde, deze specifieke dag, ons beiden weer een beetje heeft geheeld.
❤️